zaterdag 22 september 2012

Anaxos & Ampelia

Naar het einde van de boulevard van Petra fietsen en daar je fiets stallen. Langs de kust naar Anaxos klauteren. daar de hel eboulevard aflopen en aan het einde een spectaculair slechtenescafe drinken - en dan het pad pakken naar Ampelios. Erg leuke, bij tijd en wijle spanennde route langs hoge clifs. Een enorme vogel die een minuut lang hoog in de lucht roerloos hangt, zo lang en zo roerloos dat je begint te zoeken naar het draadje waar hij toch wel aan zal hangen, denk je. Maar dan slaat hij met zijn vleugels. 

Afdalen naar het strand - blote billen in zicht: bij een tentje aan de uiterste rand van het strand.  Een heel klein meisje dat haar gezicht verbergt onder een t-shirt, haar mooie, slanke moeder die ons haar kont toekeert en haar vader die even verderop zit, over de zee staart en een handdoek over zijn kruis heeft gegooid. Tja. Een Grieks stel dat dacht dat ze aan deze kant van het strand onbespied bloot konden verpozen - maar wij kwamen dus van de andere kant, uit de bergen als het ware. Kunnen we ook niks aan doen natuurlijk.


zondag 16 september 2012

Medisch

Halverwege de vakantie laat ik mijn oren uitspuiten want ik hoor niets meer. Op advies van Eleonora (Ross Holidays, ongeevenaarde hostess) ga ik naar een buitengewoon efficiente, correcte en enigszins nichterige huisarts die deze klus voor 50 euro klaart - wat ik niet duur vind.
Een hele zitting is het nog, de dokter was zeker een half uur met me bezig. Ik zat op de behandelbank - wilde aanvankelijk gaan liggen maar dat hoefde niet:
'Ze gaan allemaal meteen liggen', grapte de dokter, om me op mijn gemak te stellen.

Maar ik moest rechtop zitten en de schaal vasthouden onder mijn oor, terwijl de dokter er hele liters lauw water in spoot. Gespannen maakte ik oogcontact met de jonge moeder die buiten op het terras zat te wachten tot het haar beurt was: ik zat tegenover het raam en daar hing geen gordijn voor dus ik kon lekker naar buiten kijken, de boulevard over en op de achtergrond de zee. En wie dat wilde kon naar binnen kijken, in de behandelkamer van de dokter.  Ik blij dat ik bij deze behandeling mijn broek mocht aanhouden.
Het was allemaal wel knus. We moesten wachten in de keuken, de dokter kwam zelf naar buiten toen hij ons zag zitten, om ons van het terras naar de keuken te sturen. De keuken was voor de toeristen, het terras voor inhemers. Er kwamen meer buitenlandse patienten: een moeder met een kind. Nederlands. Ach, als het lang duurde konden we altijd nog een eitje bakken. Of een borrel pakken, want er stond een ruime voorraad drank.

Af en toe liep de dokter zijn spreekkamer uit het terras op, om een sigaret te roken tussen zijn wachtende patienten en een praatje te maken. 

Platvloers

Het strand in de bocht bij de haven van Petra, in de zee zwemt een vrouw met een chihuahua op haar hoofd die ze zorgvuldig droog houdt. Hennie Huisman lookalike is er ook weer, met zijn zoon en zijn vrouw die eigenaardige maar ook wel gezellige dingen blijft doen met het bovenstuk van haar bikini. Ze schudt de zaak regelmatig op, zogezegd.

Er is ook een (mooie) vrouw met een (mooie) bikini van 'Bella Bong'. Wit. Op de ene tiet 'Billa', op de andere 'Bong'.Op haar broekje staat aan de voorkant 'Billa' en aan de achterkant 'Bong', wat ik wel weer jammer vind: andersom was leuker geweest. 

Een meeuw die op me toe vliegt terwijl ik de zee in zwem, hij komt van de havenpier af en koerst vlak boven het water recht op me af. Hitchcock, denk ik. The Birds.
Net vóór de vogel bij me is schijt hij in het water. Flats.
'Mis', denk ik.  

Poetisch...

Het huisje Tulipa, van Gea Gardens. Vlakbij de haven van Petra.
Op het terras van ons tuinhuisje zittend, kijkend over de tuin, de akker van de buurman erachter, de bomenrij tussen de percelen in, de bergen in de verte.
Musjes zo klein en fragiel als bloemblaadjes. Het gedempte en fragmentarische geluid van het verkeer verderop en de krekels in de verte. Vanochtend om acht uur de zee spiegelglad, kleine, doorzichtige visjes aan mijn voeten. Een meeuw die in rechte lijn, kaarsrechte lijn, vanaf de havenpier naar het strand vliegt, zijn vleugeltips met elke slag nét niet, nét niet, de zee rakend. Een kunststukje dat hem vanzelfsprekend afgaat. Ik ploeter door het water, blazend, proestend.