zaterdag 6 november 2010

69. Zuinigheid met vlijt - schijt 2.

Je mocht ook geen eten weggooien. Nooit niet. Oh heer, nee. Eten weggooien gold als doodzonde. Het was erger dan, dan.. Nou ja, het was héél erg en je deed het niet. Een ijzeren regel.
Al het eten ging op want wat niet op ging at onze pa op. De kindertjes in Afrika? Geen kans! Alles ging op. Wij waren onze eigen kindertjes in Afrika.
Ik herinner me mijn stille ontzetting toen ik een besmeerde boterham in de pedaalemmer zag liggen bij onze nicht Fia, in haar flatje aan het Westerpark, toen ik daar logeerde. Een boterham! Niet eens een sneetje brood dat zo beschimmeld was dat ze er zelfs in Afrika geen zin meer in hadden en het dus bij de schillen kon - nee, een besmeerde boterham met boter en beleg. In de pedaalemmer. Oh, die kwamen vast in de hel.
Ik biechtte het op bij ons mam als had ik zélf die boterham bij het vuilnis gegooid, en die bleek verrassend mild: "Fia moet zelf weten hoe ze haar huishouden doet."
Kijk, dat dan weer wel.