zondag 4 april 2010

21. Gazon! Vijver!

Bloemperken of moestuinen om het dieet aan te vullen, dat was het wel zo'n beetje qua tuin achter de huizen van de Trompstraat. Heggen ertussenin waar je gemakkelijk overheen kon praten en vaak ook nog met een verbindingspoortje zodat je makkeijk achterom kon bij de buren.
En toen ineens gonsde dat achtertuinenwereldje van opwinding: bij Swaanen, de buschauffeur van drie tuinen verder, gingen ze een gazon aanleggen. En een vijver.
Een gazon! Ik wist niet eens wat dat was, maar het bleek een soort grasveld te zijn. Alleen niet van dat lange gras maar kortgemaaid, net als een voetbalveld. Enfin, iedereen weet dat tegenwoordig maar toen was het nieuw. Of misschien niet helemaal nieuw maar wel: sociaal ongehoord. Een gazon, dat was iets voor rijke mensen. En een vijver al helemaal! Dat hoorde niet, in een gewone straat.
De tijden, zij veranderden!

20. Heggeschaar

In de Trompstraat hadden alle huizen een achtertuin, een flinke zelfs vanwege de Tilburgse traditie dat de arbeiders hun loon aanvulden met zelf verbouwde groente. Vaak waren het moestuinen dus, maar zo niet achter nummer 7. Bij ons bloemperken met floksen, zonnebloemen, rozen, seringen, margrieten. Etc. En een flinke berkenboom achterin, tot ergernis van de achterburen want die nam veel zon weg.
Tussen de tuinen stonden heggen, liguster denk ik. Geen prikkels in elk geval.
Heggen moesten natuurlijk geknipt worden en daarvoor had je een heggenschaar nodig, maar dat was een duur ding. En hoe vaak moest je een heg nou nog knippen? Zonde toch om daar zo'n duur instrument voor aan te schaffen.
Dus wat deden ze?
Ze legden hutje bij mutje en kochten met de hele rij één heggeschaar. Die kon iedereen gebruiken en na gebruik terugbrengen naar de centrale bewaarplaats: bij ons in de schuur.
Dat dat zo was en dat dat niet onze schaar was maar gemeenschapsbezit, dat bleek mij pas toen we gingen verhuizen en pa en ma overlegden hoe dat nu moest met die schaar. Konden ze die nu gewoon meeverhuizen?
Dat overleg was geheel overbodig want de buurt verloederde en niemand die nog wist dat die schaar commune-bezit was. De mensen die daar aan meegedaan hadden waren dood of verhuisd of hadden een schutting gebouwd om zich te beschermen tegen de nieuwe buren.