zondag 20 juni 2010

45. 'Fijne keuken'

Uit eten gaan was een andere wereld - en bij elkaar eten ook. Ja, wel natuurlijk een vriendje dat bleef eten of dat je eens bij een vriendje bleef eten als het spelen lang duurde, maar dat was het wel. En ja: natuurlijk bleven later de vriendjes (een ander soort vriendjes) van mijn zussen eten, maar dat was echt later. Zoals dat nu gebeurt, dat je als gezin een bevriend stel te eten vraagt en dat er bijzonder gekookt wordt - een andere wereld. Buiten ons blikveld. Visite kwam op de thee of de koffie, 's morgens, 's middags of 's avonds. Vóór het eten gingen ze weg of ze kwamen na het eten.
Het eten was niet zoals nu, verfijnd van smaak en met speciale ingredienten. Het moest vooral genoeg zijn, dat je je buik vol had na het eten. 'Lekker' speelde veel minder een rol. en dan hadden wij het nog getroffen, want ons mam ging op een cursus 'fijne keuken', samen met Lucia Put. Eén avond in de week, ik denk in de huishoudschool aan de Elzenstraat. En gelachen dat ze hebben! Wij ook, wij kregen allerlei nieuwe gerechten. 'Hemelse modder', een uiterst machtig chocolade-toetje. Als je daar een bakje van op had, had je je buik echt wel vol. En bavarois. En gelatine-pudding. En 'broodje verschikkelijk'.
Maar voor de rest was het aardappels en groente, rijstepap en griesmeelpudding, boterhammen met beleg. Thee en melk. Ranja. En 's zondags snoep van 'ut zultwefke' (zie blog nummer 3). En snuf. Jawel; wij hadden snuf, ook wel zwart-wit geheten. Ik weet niet wat het was, maar het was poeder en je likte het uit een papiertje. Alsof je het op doktersrecept kreeg. En dat papiertje werd dan nat en klef en daar kon je later ook nog aan likken. Brr.

44.Wie komt er op bezoek?

De weecee was buiten, genant om op te schrijven maar het was zoals het was. Feitelijk was het een echte plee, in een aanbouw aan de keuken die uitliep op een soort bijkeuken. In het tussenstuk was dus de weecee. Wel aangesloten op het riool maar geen doorspoeling - dat kon ook niet want dat zou bevriezen in de winter.
Eén van de eerste hygienische maatregelen die ik me herinner was de emmer water die naast de pot stond. Als je klaar was spoelde je daarmee door en dan vulde je hem weer, zodat de volgende een volle emmer aantrof.
Toen we een serre aan het huis lieten bouwen was de plee ineens binnenshuis, dat was in elk geval minder koud in de winter.
Een verhaal van ons moeder over haar jeugd in de Veestraat, zo rond 1925: 'Als er bezoek kwam dan haalden we echt weecee-papier bij de kruidenier op de hoek. Dat hadden we anders nooit. Als je dan afrekende dan vroeg ze nieuwsgierig: Oh, wie komt er op bezoek?'