zondag 13 juni 2010

43. Binnenskamers

De huiskamer aan de Trompstraat was traditioneel ingericht - ja, dat schrijf ik nu wel maar hoe weet ik dat en hoe was dat dan?
Het was zo: in de voorkamer stonden gemakkelijke stoelen, in de achterkamer stond de grote tafel in het midden onder de lamp en dat liet niet veel ruimte meer over. De tafel stond op een bruine kokosmat, die lag op het zeil. Soms was er marsmuziek op de radio en dan marcheerde het hele gezin rond de tafel, pa voorop. Zoals wij dachten dat soldaatjes marcheerden. (Het was eigenlijk maar één kamer, maar toch spraken wij van voor- en achterkamer.)
De radio, dat was geen transistorradio of zo'n groot, duur buizentoestel, maar een klein bakelieten kastje aan de muur in de hoek van de kamer (rechtsachter): radio-distributie. Een soort kabel voordat er kabel was. Met een grote, ratelende knop waar nummers omheen stonden en daar moest je dan de de pijl van de knop op zetten: 1-2-3-4-5-6. Dat waren dus zenders. Hilversum 1, Hilversum 2, verder weet ik het niet. Maar het geluid was kraakhelder. De spanning, elke week vijf minuten, bij de afleveringen van Paulus de Boskabouter. Met de heks Eucalypta.
Maar erg vaak stond de radio niet aan, volgens mij. En hoe het 's avonds was weet ik natuurlijk niet, want ik moest om 7 uur naar bed.

42. Bruin

Met mooi weer en zeker in de eindeloze zomervakanties gingen we zwemmen. Wekenlang elke dag. met een abonnement op het zwembad had je verder niet veel nodig. Je rolde je zwembroek in je handdoek en dat rolletje ging onder je snelbinder. Klaar. (Pas later kwamen die rare badtassen, kokervormig met een rubberen voering en een brede veter door ringetjes aan de bovenkant en de voering die altijd losscheurde).
Hup, naar de Zouavenlaan: Oerlesestraat, Korvelplein, Berkdijk, Ringbaan West oversteken, Burgemeester Van de Mortelplein en dan was je er al: Zouavenlaan. Vóór de ingang een plein met enorme rijen fietsenbeugels. Triomfantelijk door de controle, zwaaiend met je abonnement (voor het kaartjesloket stond een lange rij). Zo'n merkwaardige ijzeren haak pakken en linksaf naar de jongenskleedhokjes (ja, de meisjes gingen ook zwemmen maar daar hadden wij, 8-9-10-11 jaar, niets mee van doen natuurlijk).
Als het een mooie zomer was gingen we elke dag en je werd zo bruin als een neger. Zonnebrandcreme? Dat was meer iets voor Amerikaanse filmsterren.