maandag 6 augustus 2012

Lesbos 2012: een slang!

'Primitief' is niet helemaal het goede woord, maar toch, het restaurantje staat achteraf, in het agrarische achterland van Molyvos. 'Pericles' heet deze familie-onderneming: vader moeder zoon dochter. Pericles is goed verstopt onder de wijnranken: ook als je er vlak vóór staat zie je het niet, maar wij kennen het van vorig jaar dus ons foppen ze niet. We zijn de eersten en samen met de ober (zoon) slepen we tafels door het grint van het terras om een goede schikking te krijgen voor ons zessen (vader moeder dochter + aanhang zoon + aanhang). Even wachten op het menu want de dochter is nog bezig de prijzen uit te gummen achter de gerechten die ze vandaag niet gaat klaarmaken, maar daar is het al. Wij zoeken naar wat wél beschikbaar is en dan zegt Carla ineens, verontrust maar niet in paniek: 'Gerard, een slang.'

Nondeju! Ik kijk opzij en zie een flinke, lichtgroene slang door het grint glijden. Zeker 80 centimeter en hij komt mijn kant op. Ik spring op en gris het fototoestel van tafel en stap naar achteren. Wat nu? Iedereen staat inmiddels overeind. De slang slingert door het grint, onder mijn gevallen stoel door, langs de tafel af naar een grote aardewerk pot die daar op zijn kop staat ter versiering. Er staat ook een paal om het luifel te ondersteunen en enkele grote stenen en wat plantjes, allemaal heel rustiek. Daar verstopt hij zich, op anderhalve meter van onze tafels.

Gaan wij nu rustig zitten eten? Ja, lauw loene. We verzamelen ons rondom de slangen-verstopplaats, op eerbiedige afstand dat wel. Ik met de camera in de aanslag aan de ene kant waar je een beetje eronder kunt kijken, zoon Willem aan de andere kant. Hij pakt de pot vast aan de bovenkant (die de onderkant is) en kijkt mij aan. Ik richt de camera en knik, hij trekt de pot voorzichtig aan één kant omhoog. We kijken eronder, maar er is veel te zien en het is niet erg duidelijk. Is dat daar de slang? Nee daar, dat beweegt. Willem laat de pot weer los, de ober loopt zenuwachtig naar achter en komt terug met zijn oude vader. Die is niet van de zenuwen en de paniek, maar draagt tuinlaarzen en heeft een messcherpe spade in zijn hand. Wij nemen wat meer afstand. Hij duwt de pot om, er is beweging in het grint en hij hakt er op los. Tsjak tsjak tsjak. We zien een stukje van de slang uit de wirwar kronkelen. Tsjak tsjak. Afgelopen. De vader wandelt terug naar zijn tuin, wij gaan aan tafel en de ober komt onze bestelling opnemen. ('Can we have snake for starters?')

Hij staat naast mij met zijn gezicht in de richting van de slangenverstopplaats. Wat verder naar achter is daar een schuurtje en een onduidelijke verzameling rommel en installaties. Ik kijk de jongen aan om mijn bestelling te plaatsen en zie zijn gezicht veranderen: van vriendelijk-aandachtig naar tamelijk-ontsteld naar dodelijk-geschrokken. Zijn mond valt wagenwijd open en zijn ogen zijn opengesperd. Hij laat zijn opschrijfboekje op tafel vallen en sprint weg, naar achteren.

Willem zegt later: in films is dit het moment waarop wij als onschuldige toeristen omkijken en BOEM, daar hangt dan de enorme kop van het vreselijke monster met opengesperde muil, klaar om toe te slaan. Nou inderdaad, wij kijken om en zien ... niets eigenlijk. Het schuurtje ja. De rommel erom heen ja. De installaties ook. Een straaltje water dat onder het schuurtje uitkomt - en dat is het wel.

Er volgt geen verklaring. De ober komt terug, wij plaatsen onze bestelling, even later brengt hij het eten en, met af en toe een schuine blik op de slangenverstopplaats, eten wij dat netjes op. (Op de foto's is geen slang te zien, overigens.)

'Pericles', in Molyvos, op Lesbos: een aanrader. Niet vanwege de keuken want die is doorsnee, maar (zonder grappen verder) vanwege de sfeer.