zondag 3 juli 2011

100. De titel verklaard

De grieks/egyptische dichter Kavafis (eind negentiende eeuw, sterft in 1933) heeft een prachtig gedicht gemaakt, tenminste, in vertaling is het prachtig, over een man (Antonius) die afscheid neemt van zijn jeugd (zijn god). Die jeugd wordt vertegenwoordigd door de stad alexandrie (waar kavafis geboren werd) en het gedicht spoort aan om daar op een waardige manier afscheid van te nemen. Ooit publiceerde Tamar (renate rubinstein) in haar column in vrij nederland een vertaling van een deel van het gedicht en dat heeft me toen erg getroffen. 'Groet haar dan, de stad alexandrie die je verliest', eindigde het.
Ik typ hier het stukje uit vrij nederland over, wonderlijk genoeg heb ik het krantenknipsel nog. Dateert uit de jaren 80!

Antonius door zijn god verlaten

Als je plotseling te middernacht hoort
dat een ongeziene stoet voorbijgaat
met verrukkelijke muziek en met het geluid van stemmen -
dan moet je niet het lot, dat je nu in de steek laat, en je werken
die mislukten, de plannen voor je leven,
die alle dwaling bleken, nuteloos bejammeren.
Als iemand die sinds lang bereid is, als een moedig man,
zo als het jou past, die zo'n stad waardig was,
moet je rustig naar het raam toe lopen
en luisteren met ontroering , maar niet met
het smeken en klagen van de laffen,
naa de klanken als een laatst genieten,
de verrukkelijke instrumenten van de geheime stoet,
en goet haar dan, de stad alexandrie die je verliest.

Tja, mijn jeugd ligt in de trompstraat en het leek me in het geheel niet misplaatst om die zuidtilburgse habitat te belichten onder het motto van een gedicht over alexandrie.

Voorlopig stop ik ermee, het wordt tenslotte vakantie. In september verder, want ik heb nog wel één of twee plannen.

Salut!