zaterdag 23 oktober 2010

67. Zondagse pak.

Tja, we droegen gewoon kleren zonder dat we daar veel over nadachten. Bloezen en korte broeken, behalve als het echt koud was in de winter. Dan een lange broek en een trui en hemd en borstrok. Zelfs het eerste jaar op de HBS ging ik in korte broek, net zoals de andere jongens in mijn eerste HBS-klas - 1m, de laatste eerste klas in de rij en een uitzondering omdat er alleen jongens in zaten. De leraren vonden het geen prettige klas,geloof ik. Onrustig. Een dominante doubleur Rob Franken, zoon van de fabrikant die dus mocht doubleren en troubleren en die tenslotte dmv bijlessen toch wel een diploma zou halen, dacht iedereen, want zo zat Tilburg wel in elkaar. Dat hoefde niet uitgesproken te worden - en toen waren ineens the times a'chancing. Die vlieger ging niet meer op, halverwege de jaren zestig.
Maar daar ging het nu niet om. Wat we droegen waren gewoon kleren waar niemand verder veel over nadacht. Je moeder legde die op maandagochtend klaar en dat droeg je dan de rest van de week. Mode? Nooit van gehoord in verband met mijn eigen kleren.
Tot en met zaterdag droeg je hetzelfde plunje, behalve de zaterdagmiddag want dan ging ik naar de welpen/verkennerij en had ik dus een uniform aan. Op zaterdag ging je 's avonds in bad (teil in de keuken) en dan kreeg je je pyama aan. Op zondag deed je je zondagse goed aan. Voor jongens: een pak. Aanvankelijk ook met korte broek, maar wel met stropdas.
Dat pak kon best een afdankertje zijn, een tweedehandsje. In mijn geval was dat in elk geval zo: ik had een rijke neef die een paar jaar ouder was en van hem kreeg ik de pakken. Die werden dan vermaakt tot ze min of meer pasten. Maar de schouders bleven te breed en de pijpen vielen niet goed omdat ze ingekort waren en daar was de omslag bij ingeschoten.
Was dat een lullig gevoel?
You bet. Maar ja, wat kun je er verder aan doen?