zondag 23 mei 2010

35. Gymnastiekles

Bij Huize Nazareth was een gymzaal, bij ons op de lagere school niet dus wij gingen gymmen in de Nazarethstraat. Douches waren daar niet, gymkleren hadden wij niet. Dus?
Wij liepen netjes in de rij naar de gymzaal, daar trokken we onze schoenen en kousen uit en (als je die had) je bloes of trui. Je gymde in je hemd en je (korte) broek. Alle jongens op de lagere school droegen toen een korte broek, ook in de winter denk ik. Na afloop gauw weer kousen en schoenen en bloes aan en terug naar school.
Het moet gestonken hebben in de klas maar wij waren ons nergens van bewust.
Toen ik naar de HBS ging kregen we aparte gymkleding. Omdat Paulus een kindje was van Odulphus, was het gymtenue op het Pauluslyceum het omgekeerde van Odulphus: die hadden een rode broek met een witte bies, wij een witte broek met een rode bies.
Douchen was er nog steeds niet bij, op Paulus. Grote, ronde wasbakken stonden er en de gymleraar zag er streng op toe dat je je voeten waste. En vóór de les begon stelde hij ons op in een lange rij en liep hij achter ons door met een stok in zijn hand. Hij keurde de lengte van onze haren. Dit was 1965, de jeugd dreigde te ontsporen en het meest manifeste teken daarvan was 'bietelhaar'. De school deed zijn uiterste best ons in het gareel te houden. Tevergeefs.

34. 'Hofjes'

Herinnering van ons moeder aan de oorlog, nee, aan de bevrijding - dat een Canadese soldaat haar de weg vroeg maar ze verstond hem niet dus ze kon hem niet helpen en daar werd ie boos om. Maar dat ze hem niet verstond dat kon ze toch niet helpen? Waarom werd hij dan boos?
Ontdaan ging ze naar huis en daar legden haar oudere broers het haar uit, toen ze na nauwgezette ondervraging precies had verteld naar welke straat hij had gevraagd.
De jongens snapten het meteen: oh, hij vroeg naar de oranjestraat, dat is in de Koningswei, daar zitten de hoeren. Daarom werd ie natuurlijk kwaad, hij dacht dat je het niet wílde zeggen.
Ons mam was perplex, wist niks van de reputatie van de Oranjestraat.
De Koningswei stond slecht bekend en werd eind jaren 50 afgebroken, maakte plaats voor het Konigsplein etc. De bewoners werden geherhuisvest in de nieuwe wijk het Wandelbos, in een aantal straten die allemaal op 'hof' eindigden. In de Tilburgse volksmond was 'hofje' een tijdlang synoniem voor achterbuurt, tenminste, in de jaren '80 gebruikten mijn mts-leerlingen (bij de lessen over sociale stratificatie) het in die betekenis: Oh meneer, u bedoelt hofjes...