zaterdag 23 april 2011

91. Vakantiewerk

Vakantiewerk had leuke aspecten - iedereen trok z'n oude kleren aan dus je zag de mode van vorig jaar voorbijkomen - maar bij Exota was het verder gewoon werk waar je echt moe van werd. Wat moest je doen? De eerste dagen moesten we (een ploegje van drie scholieren) flessen stukmaken. Alweer (net als bij dat ontvangstlawaai) dacht ik dat we in de maling genomen werden toen de voorman ons meenam naar een open loods (een enorm, golfplaten afdak met een betonnen vloer), wees op een berg flessen die daar in de hoek lag en zei, die moeten kapot. Hij pakte er eentje op en gooide hem hoog in de berg, hij spatte kapot. 'Zo moeten ze allemaal stuk, en geen stenen er in gooien.'
En weg was hij.
Dat was vervelend werk en je moest oppassen voor rondspattende splinters, maar het grootste deel van mijn twee weken bij Exota stond ik gewoon in de productie. Aan het begin van de lijn, waar pallets met kratten leeggoed werden binnengereden. De kratten van de pallet halen en leegmaken op de band. De bruikbare lege flessen gingen zo rinkeldekinkel naar de spoelmachine. Sysifusarbeid, want elke keer als je je pallet bijna leeg had, kwam er zo'n vervloekte heftruck aan met een volle pallet. Kon je weer opnieuw beginnen.
Er was ook erkend licht werk: achter de spoelmachine. Die machine had één knop, voor als ie vast liep. Dan drukte je op die knop. Als dat niet hielp, moest de onderhoudsmonteur komen.
Ik zie nog voor me hoe een vaste kracht die plek kreeg toegewezen. Hij ging er zingend en grappend heen en dook onder de lopende band door naar zijn plaats achter de machine met twee houten kratten in zijn handen. Op de ene krat ging hij zitten (dat was verboden), de andere klemde hij schuin tussen twee haken aan de band, zodat het een rugleuning werd (dat was ook verboden). Hij ging comfortabel achterover zitten, zijn armen achter zijn hoofd gekruist. Nog één ding: hij zette die ene storingsknop die hij moest bedienen, vast met een flessenbeugel (dat was helemáál verboden). De knop stond nu constant ingedrukt en de geachte medewerker was verzekerd van een ongestoord dutje (in die teringherrie).
Op het moment dat hij met een verzaligde glimlach zijn ogen sloot, kwam fabriekseigenaar Van Tuijn langs. Die nam de situatie in zich op, schold de medewerker stijf, verordende de twee kratjes weg en dreigde met onmiddellijk ontslag. Die arbeider, normaal iemand met het hoogste woord, was heel stil en bleek en deed gedwee en bliksemsnel alles was Van Tuijn opdroeg. Bovendien klikte hij de beugel van de storingsknop af.
'Wat doe je nou?', vroeg Van Tuijn, die deze truc klaarblijkelijk niet kende. De arbeider deed het voor.
'Kom jij eens mee', zei Van Tuijn ineens heel kalm.
Ik heb hem niet teruggezien.