zaterdag 5 februari 2011

80. Een geniale hopman?

Op mijn twaalfde ging ik bij de verkenners, een vormende wijkactiviteit waar ik niet min over wil doen of denigrerend. Wat ik bij de verkenners geleerd heb, daar heb ik veel aan gehad. Doorzetten!
Ons honk was aangebouwd aan het patronaatsgebouw (in de andere vleugel zat een filiaal van de bibliotheek), dus zo ongeveer naast ons thuis. De verkennerij was sterk hierarchisch: de leider was de hopman die geassisteerd werd door enkele vaandrigs. Onder die algemene leiding kwamen de troepen: aangevoerd door patrouilleleiders en assistent-patrouilleleiders waren dat zo'n veertig gewone verkenners. Vier patrouilles waren er.
Je begon als adspirant, je moest ontgroend worden (tijdens het zomerkamp) om gewoon verkenner te worden. Was je eenmaal ontgroend, dan kon je opklimmen in de hierarchie door allerlei proeven af te leggen. Daar keeg je dan insignes voor. Seinen met vlaggen, knopen leggen, sjorren (ja, dat was dus constructies bouwen met palen en touwen), ehbo, tumbelen (een vorm van turnen), morse-seinen, sterrebeelden herkennen aan de hemel, de hoogte van een toren berekenen met behulp van een stok van 1 meter: you name it en er was wel een examen voor.
Ik was natuurlijk ijverig en haalde het ene insigne na het andere.
Toen ging de hopman weg, dat vonden we allemaal jammer want het was een charismatische man, hij leek wat op Charlton Heston. Ook zo groot. En hij trouwde met, hoe kan het anders, de akela.
Maar goed, er moest een nieuwe hopman komen en die werd na enig zoeken gevonden. Meneer Sparidans wilde het wel doen. Ik kende hem vaag, de vader van een vriendje uit de buys ballotstraat (?). Mijn achting voor hem steeg tot ongekende hoogte, want al na twee weken kwam hij in volledig uniform - had hij dus al die examens en proeven in twee weken tijd afgelegd - meende ik in mijn naiviteit.
Dat je zo'n uniform gewoon aanschafte (in de scoutingwinkel aan het Wilhelminapark), dat hij dus blijkbaar twee weken had moeten wachten tot het klaar was en dat hij helemaal geen examens had afgelegd omdat iedereen al lang blij was dat ze iemand gevonden hadden om dat baantje te doen, daar voorzag mijn wereldbeeld niet in.