zaterdag 6 maart 2010

13. Huilepie!

Veel geweld op school (en in de buurt trouwens ook): in de lokalen, in de gangen en op de speelplaats. En buiten de school natuurlijk, bij het uitgaan. Op de speelplaats, onder het speelkwartier dat voor de hele school op hetzelfde moment was, werd af en toe 'voor menes' gevochten. Hoe af en hoe toe?
Mwah, elke week toch wel een keer, voor mijn gevoel.
Als twee jongens 'voor menes' slaags raakten vormden de anderen meteen een wriemelende, bewegende, joelende kring om de vechtpartij heen. Die kring werd in een mum van tijd een massa, want de hele speelplaats stroomde (sensatiebelust) toe om te kijken: dringen om vooraan te komen zodat je wat kon zien, wringen en stompen en duwen en ondertussen opgewonden schreeuwen: Huilepie! Huilepie! Huilepie!
Wat dat betekende of hoe je het moest schrijven wist niemand, maar dat was de yell die bij 'menes' hoorde en al na enkele tellen ging dat mooi synchroon en dreunde het lekker door: Huilepie! Huilepie! Huilepie!
Lang duurde het nooit want de surveillerende onderwijzer snelde natuurlijk meteen toe, worstelde zich door de massa heen en trok de vechtersbazen met hun bebloede koppen uit elkaar.
Opluchting alom.

12. Pislucht

De eerste jaren op de lagere school (vanaf 1958. Van de kleuterschool daarvóór herinner ik me alleen dat ik probeerde onder de rokken van de juf te kijken, maar er was niets te zien en daar kan ik geen stukje mee vullen) was er geen fatsoenlijke w.c. Op de speelplaats was een afdak en daaronder, tegen de muur, was een plasgoot. Gewoon over de hele lengte van het afdak en in het zicht van de lokalen daar tegenover. Geen tussenschotten of zoiets en de leraren gebruikten het ook: je stond met je rug naar de speelplaats in het zicht van iedereen te plassen. Later kwamen er wel echte w.c.'s, binnen, en werd het afdak afgebroken. In de plaats daarvan kwamen barakken voor de hoogste klassen en er was praat over omdat het maar niet lukte de pislucht weg te krijgen.
In die barakken kwamen de 2 zesde klassen en toen ik 12 was kwam ik daar dus ook in. Samen met een aantal jongens van 14, 15 of 16 jaar die nauwelijks konden lezen of schrijven en steeds waren bevorderd 'wegens leeftijd'. Moeilijk in de hand te houden, die jongens. Wij, de gewone jongens van een jaar of 12, keken tegen hen op en waren er ook wel bang van. Wat die allemaal durfden!