zaterdag 4 september 2010

57: Rare dingen

Zijn er nooit rare dingen gebeurd tijdens een heilige mis? Ja, alsof zo’n mis zelf al niet raar genoeg was. Enfin, in mijn eersete jaren ging het er allemaal nog heel ouderwets aan toe. De priester las de mis uit een enorme bijbel die op een forse houten standaard lag opengeslagen, op het altaar. Hij deed dat met zijn rug naar de beminde gelovigen, die zagen alleen de achterkant van zijn kazuifel.
Ergens tussen de lezing van het epistel (oude testament? brieven van de apostelen?) en het evangelie (nieuwe testament) moest dat hele geval (bijbel + standaard) van de rechterkant van het altaar worden verplaatst naar de linkerkant. Waarom? Dat deed er niet toe, het was gewoon zo, het ritueel.
Dat verplaatsen deed de priester niet zelf, daar was de misdienaar voor. Dus je kwam overeind van je knielkussen aan de zijkant van het priesterkoor, ging de drie treden op naar het altaar toe, pakte het houten geval stevig beet, ging aan de zijkant die drie treden weer af, liep om het altaar heen (in het midden moest je stoppen, knielen en weer verder gaan), aan de andere kant ging je de drie treden weer op en sjouwde je het geval op het altaar. De eerste of de tweede keer dat ik dat moest doen voelde ik me er niet tegen opgewassen, ik zag mezelf al ruggelings met bijbel en standaard en al van de trap af flikkeren – zoals ook weleens gebeurd was, zij het niet met mij. Dat fluisterde ik dus tegen de priester, met hoogrode wangen en kloppend hart. Ik was er van overtuigd dat god zelf dit hoorde en zag, op datzelfde moment, en dat mijn onsterfelijke ziel ernstig gevaar liep.
Zonder op of om te kijken pakte de priester de standaard en zette hem hup aan de linkerkant van het altaar. Fluitje van een cent. Kraaide geen haan naar en ook god bliksemde of donderde niet door deze inbreuk op het ritueel. Ik haalde opgelucht adem.

56: Niet voor niets.

Het was natuurlijk allemaal niet voor niets, deze voorstellingen in de kerk van de Trouwlaan, niet gratis dus. De pastoor en zijn kapelaans moesten tenslotte ook eten. Dat begrafenissen en huwelijksmissen geld kostten, dat ging volledig aan mij voorbij. Maar in gewone missen werd gecollecteerd en op zondag werd ook plaatsengeld opgehaald. Dat leidde tot een scheiding der geesten (of eigenlijk: een scheiding der lichamen). De collecte, die was vrijwillig. Je kon gewoon je hoofd afwenden als de collectant zijn collectezak (een rode, fluwelen zak met een kwastje en een koperen rand aan een lange stok) voor je neus hield. Maar plaatsengeld was verplicht. Dat stond ook vast, er waren vaste tarieven en als je te veel gaf kreeg je wisselgeld terug. Hoe gering de bedragen ook waren (fl 0,05), er waren nogal wat parochianen die de kerk geen cent gunden en dus niet in de banken gingen zitten (want dan moest je betalen) maar die achter in de kerk bleven staan. Staan kostte niets! In onze ogen waren dat schooiers, maar de echte vraag is natuurlijk waarom ze überhaupt nog naar de kerk kwamen.