dinsdag 21 februari 2012

107. Eén geschiedenisleraar: Derwigh

Net zoals er (eigenlijk) maar één leraar Nederlands rondliep (zie nummer 105), zo was er ook maar één leraar geschiedenis en dat was Derwigh. Ik heb ooit geschiedenis gehad van De Haan, meen ik mij te herinneren, maar dat was allemaal niks. Geschiedenis, dat was Derwigh.
Aardige man. Vriendelijk en kalend en een beetje verlegen. Wilde ooit van Gaby van der Aa, veruit het mooiste meisje in de klas, weten hoe groot zij dacht dat een bepaald leger was geweest. Zal wel van Napoleon geweest zijn, die enorme legers als gevolg van de levée en masse.
Dus hij zei, vriendelijk naar haar overbuigend:
'Nou, hoe groot, schat je?'

Tja, die spatie tussen 'schat' en 'je', die ontging ons even, en Gaby ook, dus die zei, beetje lacherig: "Schatje?'
En Derwigh kreeg een kop als vuur, werkelijk donkerrood werd hij.
Wij lachen natuurlijk.

4 opmerkingen:

  1. ja, het is iets wat me pas veel later weer voor de geest kwam, toen ik zelf voor de klas stond en ook slachtoffer werd van dat soort dubbelzinnigheden / versprekingen
    gerard

    BeantwoordenVerwijderen
  2. ojee dat lijkt me heel eng. hoe reageer je? meelachen als een boer met kiespijn?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. ach, eng... vaak gewoon erg grappig. Je moet ook niet te krampachtig zijn in die dingen, beetje dubbelzinnig is toch ook leuk? Leerlingen snappen dat ook wel, als je je voor de rest normaal gedraagt
    gerard

    BeantwoordenVerwijderen