zondag 4 april 2010

20. Heggeschaar

In de Trompstraat hadden alle huizen een achtertuin, een flinke zelfs vanwege de Tilburgse traditie dat de arbeiders hun loon aanvulden met zelf verbouwde groente. Vaak waren het moestuinen dus, maar zo niet achter nummer 7. Bij ons bloemperken met floksen, zonnebloemen, rozen, seringen, margrieten. Etc. En een flinke berkenboom achterin, tot ergernis van de achterburen want die nam veel zon weg.
Tussen de tuinen stonden heggen, liguster denk ik. Geen prikkels in elk geval.
Heggen moesten natuurlijk geknipt worden en daarvoor had je een heggenschaar nodig, maar dat was een duur ding. En hoe vaak moest je een heg nou nog knippen? Zonde toch om daar zo'n duur instrument voor aan te schaffen.
Dus wat deden ze?
Ze legden hutje bij mutje en kochten met de hele rij één heggeschaar. Die kon iedereen gebruiken en na gebruik terugbrengen naar de centrale bewaarplaats: bij ons in de schuur.
Dat dat zo was en dat dat niet onze schaar was maar gemeenschapsbezit, dat bleek mij pas toen we gingen verhuizen en pa en ma overlegden hoe dat nu moest met die schaar. Konden ze die nu gewoon meeverhuizen?
Dat overleg was geheel overbodig want de buurt verloederde en niemand die nog wist dat die schaar commune-bezit was. De mensen die daar aan meegedaan hadden waren dood of verhuisd of hadden een schutting gebouwd om zich te beschermen tegen de nieuwe buren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten