dinsdag 23 februari 2010

8. 'De schillenboer!'

Er kwamen nogal wat boeren aan de deur, op Trompstraat 7. Niet de groenteboer want die zat op de hoek van de straat (op de andere hoek zat slager Smits), maar wel de kolenboer (in de herfst, kranten op de grond in gang en keuken want hij ging met de zakken op zijn rug het hele huis door naar de schuur), de aardappelboer (alleen in de gang kranten want hij stortte zijn zaakje in de kelder onder de trap), de melkboer (waarover later meer), de boterboer (Spierings. Die kwam op vrijdagmiddag en dat was precair want op vrijdag bracht pa z'n loonzakje mee. Als Spierings vóór pa kwam, kon ons moeder hem soms niet betalen en moesten we hem aan de praat houden tot pa er was), en de schillenboer. De schillenboer? Bracht die schillen dan?
Nee, hij haalde ze: veevoer.
Bij ons thuis gingen alle schillen in de schillenmand en die stond voor de grijp in het schuurtje. Twee keer per week gooide iemand de poort open, riep luid en duidelijk in de richting van het huis 'de schillenboer', pakte blindelings in het schuurtje de schillenmand, gooide die leeg in zijn kar, zette de mand terug en gaf zijn paard de sporen.
('Denkt er om: geen sinaasappelschillen want dan raken de varkens aan den dunne',vertrouwde de schillenboer me ooit toe. Ik wist niet wat 'den dunne' was, maar dat zei ik niet.)

3 opmerkingen:

  1. je vraagt je toch af hoe zo'n afspraak is ontstaan: komt de schillenboer bij nieuwe bewoners even langs om te vragen of zij de aardappeschillen voor hem willen bewaren? of is het een soort overdracht van de oude bewoners op de nieuwe: nou mevrouw en in het schuurtje zet ik altijd een mand met de aardappelschillen en die komt de schillenboer dan elke week even legen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Nooit over nagedacht: de schillenboer kwam met de vanzelfsprekendheid van natuurverschijnsel. Ik weet niet eens of hij bij de buren ook kwam, bijvoorbeeld. Zal wel, maar ik weet het niet.
    Wat hier wel bijhoort is dat iedereen altijd waarschuwde dat je het schilmesje niet moest verliezen in de schillen, want dan aten de beesten het mee op. 'Scherp in' heette dat, en daar gingen ze dood aan.
    Daarom hebben (hadden?) schilmesjes altijd zo'n opvallende greep: rood of geel of zo.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Wel leuk wij hadden ook schillen maar die gingen naar de boer aan de overkant want wij woonden op de hoek van de Capucijnen en Klaverstraat en op de andere hoek woonde boer van Roesel en die kwam altijd met paard en kar en dus gingen de schillen naar hem. En wij kregen van hem knollen die mijn vader schijfjes op zijn brood deed met zout (hij zei dat dat nog over was van de oorlog) En nu eet ik vaak van die witte knollen met een beetje paars en rose en doe die ook nog op mijn brood (maar zonder zout). Moet ik toch eens aan ons pap vertellen. Jij brengt zo van alles terug. Hadden jullie ook de kneukel man (ik weet niet hoe je dat schrijft). Die kwam met de fiets en z'on mandje met kleine schelpjes waar dan die kneukels in zaten.

    BeantwoordenVerwijderen