zondag 4 juli 2010

49. Gebakken spons.

Geen hondengezin maar een poezengezin. Veel katten hebben elkaar afgewisseld, steeds vergiftigd door omwonende duivenmelkers en volierehouders. Niet dat ze het speciaal op onze katten hadden voorzien, al dachten wij dat toen wel, maar gewoon om hun postduiven en kanaries te beschermen bakten ze stukjes spons in vet en strooiden dat rondom hun hokken. De katten waren er dol op, ze vraten het! Maar dan kregen ze er dorst van en als ze dronken dan gingen die sponjes in hun maag opzwellen tot ie knapte. Daarmee stierven ze een tamelijk gruwelijke dood die mijn zus en ik eens indringend meemaakten toen we een avond alleen thuis waren en de kat van dat jaar kermend binnen strompelde, met een raar gezwollen lijf en zich van de pijn geen raad wetend. Mauwend ging hij achter de bank liggen om te sterven, volslagen radeloos en in tranen hurkten wij bij hem en zagen hem in een erg lang halfuur sterven. Drama!
Er werd ook gefluisterd dat er kattenneppers waren in de buurt, maar wat voor afzichtelijke en schrikwekkende beulen we ons daarbij moesten voorstellen, daar begonnen we liever niet aan.

4 opmerkingen:

  1. Ik groet
    Alexandrie
    want ik ga
    op vakantie

    Fieke

    BeantwoordenVerwijderen
  2. oef dat klinkt inderdaad afgrijselijk. verhalen over kattenmeppers ken ik ook, een beetje van hetzelfde genre als kinderlokkers.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. ja zeg, kinderen zijn geen katten. Bij haaglanden maken ze dat onderscheid toch wel, hoop ik?

    BeantwoordenVerwijderen